door
Mario V.

Roken kent wat manieren

Hoewel de meeste rokers sigaretten gebruiken, kan je ook nog op andere manieren roken. Of beter gezegd: met andere middelen. Hierbij denk ik vooral aan de sigaar, de gewone pijp en de waterpijp. Allemaal ontstonden ze lang geleden. Maar maak je zeker geen illusies: ze schaden allemaal onze gezondheid.


Wees niet de sigaar

Een gekende manier van roken is de sigaar. Als we even terugreizen naar de achttiende eeuw, zien we het eerste kleine sigarenfabriekje in het Spaanse Sevilla. De allereerste échte fabriek die sigaren produceerde, werd geopend te Amsterdam in het jaar 1858. In de twintigste eeuw moest de sigaar opboksen tegen hevige concurrentie van de gekende sigaret. Daardoor ontstond er een massaproductie van sigaren. Kort daarna, in 1924, werden de eerste sigarenmachines geboren.

Vandaag is de sigaar is terug van 'nooit echt weggeweest'. Soms schakelen rokers over op sigaren wanneer ze willen stoppen met roken. De reden? Wel, in tegenstelling tot de klassieke sigaret wordt sigarenrook niet geïnhaleerd. Hoewel sigaren de longen in mindere mate belasten, hebben de boosdoeners wel een schadelijke invloed op de keel. Maar sigaren roken, is dat dan niet hip? Je kent ze zeker, die films waarin chique venten van vroeger een sigaar opsteken. Ook die klassevolle mannen hadden waarschijnlijk een verhoogde kans op hart-, vaat- en longziekten. Dus denk toch maar even na alvorens te kiezen voor die sigaar. Wie weet word je hem wel.


Rijken roken pijpen

Vermoedelijk waren de Mexicaanse en Centraal-Amerikaanse Maya’s de allereerste pijprokers. Hoe zit het dan met de Europeanen? Wel, die begonnen met pijproken toen tabak de Westerse wereld veroverde. In de zeventiende eeuw begonnen de eerste Engelse en Nederlandse fabriekjes pijpen te vervaardigen. Uit witgebakken klei, want houten pijpen gaven een vieze smaak. Pas later werden pijpen gemaakt uit porselein, steensoorten (zoals meerschuim) en bruyèrehout. In die tijd was pijproken een voorrecht: het was enkel bestemd voor het rijke volk. In dit tijdperk lijkt roken met een pijp vooral iets voor senioren. Misschien wel omdat pijproken zo rustgevend werkt?


Zin in een Shisha?

De oudste waterpijpen kwamen uit India, toen in de vorm van een kokosnoot en een bamboestok. Pas 800 jaar geleden raakten andere landen in de ban van de waterpijp. In de zestiende eeuw ontwikkelden Ottomaanse volkeren de waterpijpen die jij en ik vandaag kennen. Deze vorm van roken is ook in het moderne leven enorm geliefd bij verschillende culturen. Overal heeft hij trouwens een andere naam. Egyptenaren noemen de waterpijp een Shisha, Turken spreken van de Nargileh en de Griekse waterpijprokers noemen het een Narijelés. Hoewel de populariteit van de waterpijp zich even in een neerwaartse spiraal leek te bevinden, maakt jong en oud vandaag graag tijd voor deze gezellige activiteit.